1We vertrekken om 10.30, een half uur later dan gepland, want het busje dat Sharda van haar vriendin kon lenen bleek niet gekeurd en haar eigen auto had een lekke band die nog moest worden geplakt. De oost-westverbinding is nieuw voor mij, in mijn tijd ging je nog ‘buitenom’ met de Perica, een afgedankte Nederlandse (veer?)boot, waarop iedereen zeeziek werd. Tegen de misselijkheid nam je kakaston (letterlijk: poepsteen, vanwege het keutelige uiterlijk), een gedroogde, gezouten pruim.
De weg is redelijk, goed geasfalteerd, alleen kuilen in Saramacca. Sharda rijdt.
Onderweg door springvloed veel ondergelopen huizen |
Onderweg door de springvloed veel ondergelopen huizen en erven. Verder genieten we van het uitzicht en van Ton en Edith, die op de achterbank een Snip en Snaprevue opvoeren. In Coronie lunchen we met rijst-/nassi-/bami-kip en een Parbootje of water. In Nickerie waan je je in de Flevopolder. Geen graan- of maïs-, maar rijstvelden en in plaats van bonte koeien bruine, maar de gelijkenis is treffend. In Nieuw Nickerie aangekomen, wil ik meteen de nostalgische wandeling maken waarvoor ik ben gekomen. Dus inchecken en wegwezen.
De Kanaalstraat |
Via de Kanaalstraat naar de Gouverneurstraat. De eerste stop is bij Elias, vroeger een manufacturenwinkel, nu een goed lopende handelsonderneming. Vandaar naar ons ‘eerste huis’ op de hoek van de Gouverneurstraat en de Wixstraat. Het is bijna onherkenbaar mooi opgeknapt en de huidige bewoners hebben aan de zijkant een tuintje aangelegd.
Het 'eerste' huis |
In de tijd dat wij er woonden was het huis lichtblauw en beneden zat de winkel van Fjônfjôn, een Chinees met een hazenlip. Hoe hij in werkelijkheid heette, weet ik niet. Fjônfjôn was zijn bijnaam vanwege zijn spraakgebrek. Dan naar het tweede huis. Ik schrik me rot. Van ‘tante’ Lotje had ik al gehoord dat er een casino in zat, maar ze had er niet bij verteld dat het huis volkomen vervallen is. De benedenverdieping, waar meneer Dilrosun ooit kantoor hield, is nu geheel in beslag genomen door Lotto en andere gokmogelijkheden.
Het tweede huis werd gokkantoor |
Het balkon is verdwenen en aan de zijkant, waar de trap naar onze verdieping was, is een stuk aangebouwd. Op het erf hebben de knippa- en sterappelbomen plaatsgemaakt voor mangobomen en kokospalmen. Het doet een beetje pijn om het huis er zo bij te zien liggen. Godzijdank is de Muloschool in ongeschonden staat. De gebouwen zien er nog hetzelfde uit als begin jaren zestig, alleen zijn de lokalen niet meer open, maar zitten er louvredeuren voor. Ook de bel hangt er nog.
Ook de bel hangt er nog |
Mijn vader vond die bel destijds maar onzin. Hij was niet blij met het regime van het nieuwe hoofd, meneer Leliënveld, een creool die de vlaggenparade ’s-ochtends had ingevoerd en pa suggereerde dat we een foto van meneer Leliënveld boven de bel moesten plakken met daaronder de tekst: In Zwitserland dragen alle koeien een bel. We hebben het niet gedaan.
Van de school naar het huis van ‘the black shadow’, de bijnaam die mijn vader voor mijn zwarte vriendje Johnny Watson had bedacht. In de kamer onder het huis kreeg ik mijn eerste echte zoen. Door naar ‘Bikini’, waar je kon zwemmen, voetballen, volleyballen, midgetgolfen en badminton spelen, dat laatste in het clubgebouw. Er is niets van over. De ruïne van de open bar staat er nog, het zwembad is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een poel, en de overblijfselen van de kleedhokjes zijn er nog. Wat een trieste aanblik.
De verlaten open bar van Bikini |
Ing inspecteert bij Pak Hap de tjap tjoy met buitenlandse groente |
Geïnteresseerd in Nickerie en zijn geschiedenis? Lees dan hier verder. Kies links de link 'Over Nickerie'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten