En wat doen Erik en Astrid op hun ‘vrije’ dag? Ze zoeken een uur naar een postkantoor om postzegels te kopen voor de ansichtkaarten naar Nederland. Bij Telesur worden we verwezen naar een bijkantoor in de buurt. ‘U rijdt terug via de Thurkowstraat en gaat bij de tweede brug, aan de andere kant van de kreek, naar links en meteen daarna naar rechts. Dan ziet u weer een kreek en daar gaat u naar links. U kunt het niet missen’. Intussen is Erik, die buiten op me staat te wachten, aan de praat geraakt met een aardige meneer, die ook uitlegt hoe we bij het postfiliaal moeten komen. ‘Het is in de Poseidonstraat’. We volgen de aanwijzingen, maar vinden geen postkantoor. We klampen een Hindoestaanse man aan in driekwartbroek, die ons vertelt dat het postkantoor al geruime tijd geleden is verhuisd naar de Gompertstraat. We rijden er probleemloos naar toe. Het kantoor wordt bemand door één persoon en er zijn geen andere klanten. Voor elke kaart krijg ik drie postzegels, want ‘een zegel van 21 SRD cent hebben we niet’.
We kunnen aan onze fietstocht door Blauwgrond en Morgenstond beginnen. We hebben nog geen tien minuten gefietst of Erik wordt aangesproken door een Javaanse man, die uit Enschede blijkt te komen. Wij lopen een stukje met hem mee. Hij logeert bij zijn ouders op Blauwgrond en vliegt morgen terug. Voor de deur van zijn ouderlijk huis nemen we afscheid.
Onze fietstocht voert ons door onbekend Paramaribo en langs wijken in aanbouw en eindigt rond het middaguur. Geen praatjes meer onderweg, wel twee keer schuilen tegen de regen.
Nieuwbouwwijk Morgenstond |
Thuis is Audrey nog bezig met het schoonmaken van het appartement. Ik bied haar iets te drinken aan en maakte een praatje met haar. Zij doet een opleiding voor crècheleidster en Lilian is haar stagebegeleidster.
Audrey mopt de keuken-/zitkamervloer |
’s Avonds met Ing en Ton naar warung Pawiro gelopen. Als we terugkomen toetert bij Edith voor de deur een auto. In de veronderstelling dat het Sharda is die thuiskomt, beginnen we enthousiast te zwaaien, maar als we dichterbij komen zien we dat het haar auto helemaal niet is. Als het bezoek vertrekt en afscheid neemt, hoor ik het bekende stemgeluid van Prem. Als hij in Suriname is, gaat hij altijd bij Edith (‘Zus Ed’, zijn nicht) langs, die hem mede heeft opgevoed. Dat deel van de opvoeding is in elk geval geslaagd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten